
Op 2 september 2025 om 14:55 uur heeft de DGFiP (Direction Générale des Finances Publiques) een interessant artikel gepubliceerd met de titel: ‘Le taux d’imposition implicite des profits entre 2016 et 2022 est plus élevé pour les PME que pour les grandes entreprises’. Dit betekent dat uit hun analyse blijkt dat kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) tussen 2016 en 2022 gemiddeld een hoger impliciet belastingtarief op hun winsten betaalden dan grote bedrijven. Laten we eens wat dieper ingaan op wat dit precies inhoudt en wat de mogelijke implicaties zijn.
Wat bedoelen we met ‘impliciet belastingtarief’?
Voordat we verder gaan, is het belangrijk om te begrijpen wat het ‘impliciete belastingtarief’ inhoudt. Dit is niet hetzelfde als het wettelijke tarief dat op de vennootschapsbelasting van toepassing is. Het impliciete belastingtarief is een afgeleide berekening die de daadwerkelijk betaalde belasting als percentage van de winst weergeeft. Het houdt rekening met alle fiscale maatregelen, aftrekposten, credits en uitzonderingen die een bedrijf kan toepassen. Kortom, het is een indicatie van de effectieve belastingdruk die een bedrijf ervaart.
De bevindingen van de DGFiP: KMO’s betalen meer
De kern van het artikel van de DGFiP is dat KMO’s, ondanks de potentiële voordelen die fiscale maatregelen bieden, een hogere impliciete belastingdruk hebben gehad dan hun grotere tegenhangers in de periode 2016 tot 2022. Dit kan op het eerste gezicht misschien verrassend lijken, aangezien men vaak aanneemt dat grotere bedrijven meer profiteren van complexe fiscale planning en specialistische kennis om hun belastingdruk te minimaliseren.
Waarom zou dit zo kunnen zijn? Mogelijke verklaringen:
Er zijn verschillende redenen waarom KMO’s mogelijk een hoger impliciet belastingtarief zouden betalen:
- Beperkte toegang tot fiscale expertise: Grote ondernemingen hebben vaak de middelen om gespecialiseerde fiscale adviseurs en juristen in te huren. Deze experts zijn up-to-date met de nieuwste wetgeving, regelgeving en mogelijke aftrekposten, en kunnen proactief strategieën ontwikkelen om de belastingdruk te optimaliseren. KMO’s beschikken mogelijk niet over dergelijke middelen, waardoor ze minder goed in staat zijn om alle beschikbare fiscale voordelen volledig te benutten.
- Complexiteit van fiscale regimes: Hoewel er specifieke regimes en vereenvoudigingen zijn voor KMO’s, kan de algemene fiscale wetgeving complex blijven. Het navigeren door deze complexiteit kan voor kleinere bedrijven een grotere uitdaging zijn.
- Focus op kernactiviteiten: De prioriteit van KMO’s ligt vaak bij het runnen van hun kernactiviteiten. Tijd en energie besteden aan gedetailleerde fiscale planning kan dan minder prioriteit krijgen.
- Verschillen in bedrijfsvoering en investeringen: Grote bedrijven kunnen vaak grotere investeringen doen in research & development, specifieke machines, of internationale activiteiten, waarvoor specifieke belastingvoordelen bestaan. De investeringspatronen en de aard van de activiteiten kunnen dus verschillen en invloed hebben op het uiteindelijke belastingtarief.
- Transitieregelingen en specifieke maatregelen: Soms kunnen bepaalde fiscale maatregelen bedoeld zijn om overgangen te faciliteren of specifieke sectoren te ondersteunen. De toepassing en het benutten van deze regels kan voor grotere bedrijven eenvoudiger zijn, of ze kunnen beter gepositioneerd zijn om er optimaal van te profiteren.
Belang van deze bevindingen:
De analyse van de DGFiP is belangrijk omdat het een genuanceerder beeld schetst van de werkelijke belastingdruk op verschillende soorten bedrijven. Het benadrukt dat het niet alleen gaat om de nominale tarieven, maar ook om de effectieve impact van het belastingstelsel. Deze bevindingen kunnen leiden tot discussies over:
- Gerichte ondersteuning voor KMO’s: Mogelijk is er behoefte aan meer gerichte informatie, vereenvoudigingen of ondersteuningsprogramma’s om KMO’s te helpen hun fiscale lasten te optimaliseren.
- Evaluatie van fiscale maatregelen: De analyse kan aanleiding geven tot een heroverweging van bestaande fiscale regels om ervoor te zorgen dat ze eerlijk en effectief zijn voor alle ondernemingen, ongeacht hun omvang.
- Bewustwording bij ondernemers: Het artikel kan ondernemers, met name die van KMO’s, aanmoedigen om zich meer te verdiepen in de fiscale mogelijkheden die voor hen beschikbaar zijn, of om professioneel advies in te winnen.
Conclusie:
De publicatie van de DGFiP werpt een interessant licht op de belastingdruk van KMO’s ten opzichte van grote bedrijven in Frankrijk. Het impliciete belastingtarief biedt een waardevolle kijk op de werkelijkheid, en de bevindingen dat KMO’s hierbij hoger uitvallen, nodigen uit tot verdere analyse en potentieel beleid aanpassingen. Het is een herinnering dat een effectief belastingstelsel niet alleen kijkt naar de tarieven, maar ook naar de toegankelijkheid en de praktische toepassing van fiscale regels voor alle economische spelers.
De AI heeft het nieuws geleverd.
De volgende vraag werd gebruikt om het antwoord van Google Gemini te genereren:
Op 2025-09-02 14:55 is ‘Le taux d’imposition implicite des profits entre 2016 et 2022 est plus élevé pour les PME que pour les grandes entreprises’ gepubliceerd door DGFiP. Schrijf alstublieft een gedetailleerd artikel met relevante informatie op een vriendelijke toon. Antwoord alstublieft in het Nederlands met alleen het artikel.